Ik was op bezoek bij mijn moeder, die haar laatste momenten moet doorbrengen in een verpleegtehuis in Apeldoorn. Wie daar door de gangen loopt laveert tussen een gevarieerd aanbod van lichamelijke hulpmiddelen door. Rollators natuurlijk, verder po-stoelen, brancards, apparaten waaraan allemaal banden en kussens hangen, toestellen waarmee men in bad kan afzinken, en natuurlijk staan ook overal karretjes met schalen, steken, spuugbakjes, emmers, doosjes met medicijnen en allerlei onaangeroerde etenswaren, meestal in pap-vorm.
De kamerdeuren staan open, en daar ontwaar je dan menselijke gedaanten, die uitgemergeld op bedden liggen, met ingevallen mond starend naar het plafond; een enkeling heeft bezoek. Velen -want je loopt er vaker- lijken nooit iemand aan het bed te hebben. En weer een dag later lijken sommigen sinds de vorige keer niet bewogen te hebben of is zo’n bed dan leeg.
In de recreatiezaal weerklinkt onderdrukt gemompel en gemummel, en het gerammel van lepeltjes in kopjes die enorm bevend naar de mond worden gebracht. Men hangt daar in groteske houdingen in de stoel of rolstoel, als woordeloze lappenpoppen die een trage moderne dans uitvoeren op een bizar theaterpodium. Oud worden, en dan je waardigheid behouden of moeten verliezen, beide vormen een kunst die heel veel vraagt.
Mijn moeder wees mij op een brief die in de lade van haar kastje lag. Die had zij gekregen van de activiteitenbegeleider van het tehuis. Wie dagelijks activiteiten voor stervenden moet begeleiden, dient wel te beschikken over een creatieve geest. Wel, dat was hier duidelijk het geval. In samenwerking met uitvaartverzorger Monuta werden alle patiënten hartelijk uitgenodigd eens na te denken over de dood, en over welke mogelijkheden er wel niet waren om op een unieke manier de pijp uit te gaan.
Alle vragen zouden beantwoord worden op een speciale avond op 27 maart over “Gaan zoals je bent”. Nog even volhouden dus, nog even rekken. Een gastspreker zal op de bewuste avond aan een ongetwijfeld enthousiast publiek dia’s vertonen – van zijn laatste reis wellicht – en vertellen over allerlei ontwikkelingen in de uitvaartzorg.
Ook de eigen inbreng in de vormgeving komt daarbij aan bod. Na afloop van de avond kan iedereen nog even napraten “onder het genot van een hapje en een drankje”, ja, het staat er echt.
Ik zie zo’n avond al voor me: alle kamers leeggehaald, de zaal moet vol tenslotte, vooraan de lammen, blinden, doven en zij die nog slechts als plant liggen te vegeteren, zodat ook zij toch maar niets van het intrigerende schouwspel zullen missen. Op de tweede rij alle rolstoelen – al dan niet met ingebouwde po – en op de derde rij de wat gezonderen van lichaam en geest, die nog zelfstandig om een plekje in de uitpuilende zaal hebben kunnen vechten. Her en der torenen staketsels waaraan een infuus hangt.
Het geluidsvolume op tien, de presentator krijsend in de microfoon, laat de dia’s tot mij komen. Meneer, u daar in die rolstoel op de tweede rij, wel even bij blijven hè? Wilt u een kist van gewoon fineer of ons De Luxe model? Zal ik de dia nog een keertje laten zien? O, u bent blind, pardon.
De hapjes en drankjes gaan er ook nog in na afloop ja, al dan niet via de sondevoeding. Doe mij nog een scheutje pinda’s in de slang graag. En nu allemaal rap naar de kamer, want het is de hoogste tijd voor de nachtelijke dosis morfine. Vergeet u niet even dit contract te tekenen, ik hou uw hand wel vast als het wat moeilijk gaat.
Ik zal niet verder gaan, want ik word steeds kwader….
Verpleegtehuis, wat is dit hier? Voor mij geen Monuta meer, en voor mijn moeder ook niet als er nog aan te ontsnappen valt.