65

U dacht dat ik al doodrollator-jorg was hè? Ruim een jaar niks meer geschreven, dus Wauwel zal wel verder wauwelen in het hiernamaals, of kwijlend wegteren achter een bordje pap in een verzorgingstehuis.  U dacht ook niet van “Goh, zal ik eens even informeren hoe het met hem is, met die man die altijd zulke smakelijke stukjes met een cynische ondertoon schrijft?”
Niet even een leuk berichtje achterlaten, wat door wenende nabestaanden als een lichtpunt in de voortaan eeuwige duisternis wordt gezien. Maar goed, ik ben er dus nog. Vorige week werd ik vijfenzestig; vroegâh was dat een memorabel moment. Je mocht stoppen met werken, je kreeg een toespraakje van de baas, een horloge met inscriptie, iets om in te lijsten voor bijna 45 jaar trouwe dienst.

Das war einmal. Ik had gepland zelfs al eerder te stoppen. Extra sparen via je werk, met een berg geld in het vooruitzicht ( de prospectus beloofde toch wel zo’n 120.000 gulden tegen de tijd dat je ’s ochtends op de tast je kunstgebit uit een bakje moest vissen ). Op je 63e. Genieten van het leven. Ik mag blij zijn als er straks omgerekend nog zo’n €18000 wordt uitgekeerd, waarvan de belastingdienst dan bijna nog de helft gaat pakken. Ik kan ook níks! Zelfs sparen lukt niet. De over ons gestelde overheden hebben anders besloten.

Ik werk dus nog. Nog een extra jaartje. Tot 1 september 2019 denk ik. Met slepende tred, nog zonder kunstgebit of rollator, begeef ik mij dagelijks door een apocalyptisch lelijk Barneveld naar mijn verheven bezigheden: het begeleiden van aan hun mobieltje verslaafde pubers op hun weg naar de volwassenheid. En dat is nog steeds aardig om te doen. De vergaderingen zijn horror, de papierwinkel is een gruwel, de logge bureaucratie een ramp, maar die pubers houden je jong. Ik geef geen lessen meer,  maar voortdurend krijg ik ze in mijn kantoor, met vragen over de toekomst, wat ze het beste kunnen doen, wat ze moeten kiezen, die toekomst die nog geen einde lijkt te hebben en waarin iemand van 32 al stokoud is. Met mijn 65 moet ik in hun ogen wel ongeveer Methusalem zijn, zó oud, daar kun je je gewoon geen voorstelling bij maken.

Het grote voordeel: het houdt jong. Een beter middel bestaat er niet. Ik blijf dus puberaal gedrag vertonen – hoewel dat natuurlijk ook beginnende dementie kan zijn – , ik blijf tegen de richting in roeien, ik blijf van cynische humor houden en ik blijf weer dwarsig gedrag vertonen; niets heerlijker om af en toe wat stijve collega’s of wildvreemden de stuipen op het lijf te jagen met weer een tegendraads of ontregelend iets. Ik zit op Twitter (www.twitter.com/reinbijlsma): bijna 4400 mensen zien blijkbaar iets in mijn geprik en gesteek. U mag mij daar volgen ( “Als u mij niet volgt, ontsteek ik in schuimbekkende razernij” staat er in mijn profiel ) en hevig met mij in discussie gaan over wat ik nou weer te mopperen of te zeuren heb. U mag mijn kunstwerken zien op Facebook, waar ik mijn hele kunstzinnige hebben en houden aan de gansche wereld ten toon stel en waar vooral veel Chinezen enthousiast over zijn.

Naarmate ik ouder word, krijg ik steeds meer energie lijkt wel. Ik ga dus nog een tijdje door. Met werken in het onderwijs nog een jaar, met kunst maken nog zo lang mogelijk, met Twitter en Facebook nog een hele tijd, en ik ga ook weer vileine stukjes op dit weblog schrijven. Ik wil geen 65 zijn. Ik wil weer twintig zijn, of dertig, of desnoods nog veertig of vijftig. Pas dus maar op voor mij.