Vanmiddag was ik in het verbouwde Airborne Museum in Oosterbeek. Ik kwam daar vaak, maar na de verbouwing was ik er nog niet geweest. Het is 4 mei, dus zo’n dag leek me een toepasselijk moment.voor een bezoek aan een plek die ons herinnert aan de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Een afgeladen parkeerplaats, grote groepen toeristen, motorrijders, families, want zoiets is een boeiend uitje, zondag bovendien en er is een goedlopend restaurant op hetzelfde terrein.
Het museum is met zijn tijd meegegaan en biedt nu, net als alle andere musea die toch vooral in de vaart der volkeren niet achter willen blijven, een ‘experience’; beleef de oorlog alsof je er middenin staat. Ook Herinneringscentrum Westerbork is daar – zij het in wat mindere mate- in meegegaan. Beide musea leveren een schemerige looproute met een moderne belettering ( dat zijn teksten die bijvoorbeeld op doorschijnend gaas geprint zijn, maar in elk geval lastig leesbaar ), met verborgen luidsprekers waar toepasselijke geluiden uit komen. Er is voorál minder te zien, het gaat tenslotte om het méér beleven. Alles moet tegenwoordig beleefd worden, alsof we niet meer over enige rudimentaire vorm van voorstellingsvermogen beschikken.
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft zelfs een app voor de mobiel uitgebracht, waarin je in een ‘Duifkopter’ vliegt ‘voor de vrijheid van je vriendjes’. De debilisering van de Tweede Wereldoorlog ten voeten uit.. We kunnen komende week ook naar de spetterende première van ‘Anne’, de toneelvoorstelling over het leven van Anne Frank, compleet met een uitgebreid dinerarrangement. De musical ‘Soldaat van Oranje’ trekt al jaren volle zalen en is naast een geheide uitgaanstip een kaskraker van jewelste.
De slachtoffers van de oorlog zijn hoofdrolspelers in een theatershow geworden, komen nu tot hun recht in schijnwerpers, 3D-surroundgeluid, technisch spektakel, state-of-the-art ledverlichting of een onbenullig spel op je mobiele telefoon.
En dan is het straks 2 minuten stilte, tussen ‘Studio Sport’ en ‘Eén tegen Honderd’ door. We herdenken met het bord op schoot, vanuit onze comfortabele luie stoel in de woonkamer of het theater, of via het schermpje van de iPhone. Of tussen hoogwaardigheidsbekleders op de Dam, die in volgorde van belangrijkheid hun kransen mogen leggen.
Ik denk aan een stokoude verzetsstrijder, met wie we jaren zijn opgetrokken. Die eenzaam en verbitterd wegteerde in zijn kamer in het verzorgingstehuis, kijkend uit het raam, met uitzicht op een parkeerplaats. Wiens leven na al die jaren nog steeds beheerst werd door de oorlog, en die alles waarvoor hij had gevochten zag wegglijden in een zee van oppervlakkigheid, leegheid en commercie.
Ik denk aan reusachtige stapels schoenen die ik in enorme rekken in Auschwitz en Majdanek heb zien liggen, in de doodse stilte van het nooit meer terugkomen, van het voorgoed verdwenen zijn. Kinderschoentjes, soms nog vaag een kleur te onderscheiden. Aan bakken met knuffels, aan bakken met babyspeentjes.
En ik denk aan stille plekken in de duinen, aan het prachtige zingen van de merels op de Waalsdorper Vlakte, aan een klein en onopvallend monumentje in de bossen bij Nunspeet, waar de 7-jarige John Meyers uit het Verscholen Dorp werd doodgeschoten. Daar, op die plekken, waar geen experience is, en geen diner-arrangement, waar geen dranghekken staan, daar kun je een heel klein beetje beleven wat eigenlijk niet te beleven is. Een glimp van Iets wat elk voorstellingsvermogen te boven gaat. . ,